Vatverwarming

Installatie

De verwarming dient te worden gemonteerd op het onderste gedeelte van het vat zodat de warmte op kan stijgen en de warmte door de vloeistof heen optimale geleiding realiseert. De verwarming dient na het eerste gebruik versteld te worden en dient daarna regelmatig te worden bijgesteld (het gebruik van handschoenen is daarbij nodig i.v.m. de hitte). Gebruik de heater niet buiten, in vochtige ruimten en overstroming van de vloeistof moet worden vermeden. Het element mag niet in gebruik zijn als deze niet op een vat is gemonteerd.

Uitvoering

Maximaalbeveiliging
De vatverwarming is voorzien van een overhittingsbeveiliging welke het element bij hoge temperatuur uitschakeld doordat de thermostaat defect is geraakt of problemen met de warmteoverdracht. Controleer of de vatverwarming goed is gemonteerd op het vat. De overhittingsbeveiliging wordt gereset door de knop onder de rode moer op het aansluithuis in te drukken (na het afkoelen van de verwarming). Alle reparaties dienen te worden gedaan door een erkende elektriciën.

Waarschuwing
De verwarming wordt heet tijdens het gebruik. De vatverwarmer dient minimaal 1 meter bij brandbare materialen vandaan te zijn. Het vat dient zich in een goed geventileerde ruimte te bevinden.

Thermostaat
Om de thermostaat in te stellen haalt u de veiligheidsklemmen aan de zijkant van het aansluithuis los. Zo kunt u de thermostaat met een schroevendraaier instellen.
De aangegeven temperatuur is de oppervlaktetemperatuur van de verwarming en niet de
temperatuur van de vloeistof.